Goed dat er door 1.600 zorgspecialisten een oproep is om leefstijlgeneeskunde een belangrijke medische discipline te maken. De Nederlandse Innovatie voor Leefstijlgeneeskunde deelt in een notitie een krachtige boodschap voor innovatie van de zorgsector (Notitie). Ingegeven door de huidige coronapandemie.

Door leefstijlinterventies te plegen kunnen we aandoeningen zoals diabetes, obesitas en cardio-vasculaire ziektes, die een aanslag plegen op het immuunsysteem, verminderen. Het vermoeden is dat bij zwaarst getroffen COVID-19 patiënten het immuunsysteem al uitgeput was (Wim van Dijk, van het Erasmus MC). Van Dijk legt hier ook een voorzichtig verband met chronische leefstijl gerelateerde aandoeningen. Dat er serieus aandacht besteed wordt aan leefstijl binnen de gezondheidszorg is een goede ontwikkeling. Die overigens niet pas vandaag is gestart.

Dit is hopelijk een opmaat naar een brede transformatie van een gezonde leefstijl. En in de leefstijlinterventies die door bovenstaande groep wordt voorgesteld is aandacht voor ons psychisch en emotioneel welzijn nog wel een aanvullend punt van aandacht.

Wetenschappelijke insteek

In de bundel wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde wordt een beeld geschetst van hoe een gezondere leefstijl gerealiseerd kan worden. Via zogenaamde leefstijlinterventies in de categorieën: voeding- & beweeginterventies, stoppen met roken, slaap/ontspanning en optimale dosering (benoemd in deze video).

Er wordt in de praktijk al gewerkt met 3 bewezen leefstijlinterventies voor risicogroepen. Een hoopvol signaal richting de toekomst. De voorkeur geniet het volgens de bundel wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde om te werken met interventies die evidence-based zijn.  

De leefstijlgeneeskunde is ook in lijn met de doelstellingen van het ministerie van VWS als het gaat om gezondheidsrisicopreventie door leefstijlaanpassingen. Een interessante doelstelling daarin leek mij ‘zelfmanagement’. Deze definitie vond ik in een document over een module zelfmanagement:

“[zelfmanagement is] het individuele vermogen om goed om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen inherent aan leven met een chronische aandoening”

Ik was verrast omdat ik verwachte dat hier het vermogen om zelfmanagement in psychische en emotionele zin zou gaan. Zoiets als “het goed kunnen omgaan met emoties en impulsen die ongezonde leefstijl veroorzaken.”

Vormen van leefstijlinterventie

Zoals gezegd, de toegenomen aandacht voor de leefstijl, met name de preventieve en centrale situering ervan in ons leven, is een bijzonder goede ontwikkeling. Over de rol van het emotionele welzijn in de leefstijlinterventies lees ik ook het een en ander terug. 

Een hoofdthema volgens de bundel is ontspannen/slapen ter reductie van stress en vergroten van fysiek herstel. Ook is er een (voorzichtige) positieve relatie tussen risico op leefstijlaandoening bij psychische aandoeningen en beweging- en voedingsinterventies volgens GGZ (bundel).

Hier heb ik wel een aantal gedachten bij: 1) in de focus op psychische interventie is er een focus op een ‘risicogroep’. Hoe zit het met de bredere groep mensen die in toenemende mate te maken krijgt met (chronische) depressie en spanningsklachten als vorm van leefstijlaandoening? 2) bij zoeken in alle bronnen is het woord ‘emotie’ geen enkele keer geschreven. Terwijl er wel aanzienlijk wat wetenschappelijk onderzoek is verricht naar de rol van emotie(management) op leefstijl.

Emotiemanagement als leefstijlinterventie

Hoe kunnen we er voor zorgen dat we van emotionele welzijn de aandacht geven die het verdient? Paul Verhaeghe beschrijft in zijn boek Intimiteit dat wij tegenwoordig het risico lopen om de connectie met ons lichaam te verliezen. En dan doelt hij, ten dele, op het gebrekkig voelen van en omgaan met onze emoties. Ik voel naast de voorgestelde interventies van de Nederlandse Innovatie voor Leefstijlgeneeskunde veel voor het vergroten van het emotionele welzijn. 

Volgens mij is er voldoende wetenschappelijk bewijs die aanleiding geeft om goed emotiemanagement ook verder te onderzoeken als leefstijlinterventie. Deze ligt overigens goed in het verlengde van een aantal voorgestelde interventiethema’s van Nederlandse Innovatie voor Leefstijlgeneeskunde.

Bijvoorbeeld, gerelateerd aan de voorgestelde positieve leefstijlinterventies voor ‘voeding’ is er een wetenschappelijk veld dat de invloed van emotie(management) op voedingsgedrag beschrijft (bijvoorbeeld in een artikel van Michael Macht & andere wetenschappelijke publicaties). 

Daniel Goleman beschrijft hoe het onzorgvuldig omgaan en het blijven hangen in teveel boosheid, spanning/stress en depressie kan leiden tot lagere weerstand, werking van het immuunsysteem en trager herstel van infecties. Hierbij spelen het juist aanvoelen en uiten van eigen emoties een belangrijke rol. En ook empathie voor emoties van mensen om je heen. Het goed omgaan met verstorende emoties staat nagenoeg equivalent in gezondheidswinst als stoppen met roken – indien de verstoring door emoties chronisch is. Hij schrijft dat emotiemanagement aanleren bij kinderen een levenslang positief effect heeft op gezondheid en ‘slagen’ in het leven. En mensen die de pensioenleeftijd naderen hebben baat bij het zorgvuldig omgaan met emoties, omdat dit een risicogroep is voor allerlei aandoeningen die nu door de Nederlandse Innovatie voor Leefstijlgeneeskunde in relatie worden gebracht met COVID-19 (Boek: Daniel Goleman. Emotional Intelligence). “Aandacht voor de juiste dingen op het juiste moment” maken onderdeel uit van een gezonde leefstijl volgens dezelfde Goleman. Een meer bewuste en aandachtvolle levensstijl dus. 

Ook de positieve psychologieschool heeft beschreven dat interventies ter vergroting van positieve emotionele staat van zijn de kans op cardio-vasculaire aandoeningen verkleint en herstel ervan bespoedigt (o.a. Frederickson & Levenson; Boek: Martin Seligman. Flourish).

Bovendien is er een groeiende hoeveelheid longitudinaal onderzoek die hoopvol stemt in de relatie tussen eenvoudige interventies die mensen zelfstandig kunnen uitvoeren die deze emotionele staat van zijn oproepen en zo cardio-vasculaire aandoeningen helpen behandelen (e.g. interventies in dankbaarheid, optimisme en barmhartigheid) (Huffman et al.).

Daar komt bij dat in toenemende mate er wetenschappelijk bewijs is dat wij onze emotionele ervaring daadwerkelijk ook kunnen (her)programmeren. Omdat we emoties in onze levensloop zelf vormgeven (of ‘verzinnen’). Lisa Feldman Barrett doet er veel onderzoek naar en spreekt hierover in een Ted Talk.

Tot slot

Naast de reeds bewezen leefstijlinterventies die nu worden toegepast om risicogroepen voor diabetes, hart- en vaatziekten en andere leefstijlaandoeningen te behoeden, is er nog ruimte voor aandacht voor emotiemanagement. Dit thema lijkt momenteel nog onderbelicht in de bredere gezondheidszorg en maatschappelijke instituties als het onderwijs. De urgentie hiervan wordt echter steeds groter gezien de toename van wereldwijde depressie- en spanningsklachten; zeker onder jongeren (WHO). Dus wat mij betreft maken we emotiemanagement een onderdeel van de Leefstijlgeneeskunde. Nu, tijdens en na de coronapandemie, en omdat het ons als mensen in toenemende mate helpt om te floreren.

Comments are closed